
Alle eerste aandeelhouders van de VOC kregen in 1606 als bewijs van hun kapitaalinbreng stortingsbewijzen. Deze stukken staan bekend als de oudste aandelen ter wereld.

Eerste pagina uit het oudste kapitaalboek van de VOC-kamer Amsterdam. In dit boek staan de namen van alle eerste 1143 VOC-aandeelhouders in Amsterdam en de hoogte van hun inleg vermeld.

Portret van Dirck van Os (1556-1615), mede-oprichter, grootaandeelhouder en bewindhebber van de VOC. Net als veel andere personen die betrokken waren bij de oprichting van de VOC kwam hij van oorsprong uit Antwerpen.

Gezicht op Amsterdam, gezien vanaf het IJ. Links in het midden de Nieuwe Brug met het Paalhuisje, waar in het begin van de 17e eeuw op straat de eerste VOC-stukken werden verhandeld.
VOC: het begin van de aandelenhandel
De Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), opgericht in 1602, was de eerste onderneming ter wereld die onder een breed publiek aandelen uitgaf. Voor de opkomst van de VOC kon een beperkte kring van geldschieters al meedoen aan de financiering van een enkele zeereis. Was die succesvol dan deelden de investeerders mee in de winst, maar werd de tocht een mislukking dan waren ze hun geld kwijt. Bij de VOC konden beleggers uit alle lagen van de bevolking voor het eerst investeren in een onderneming die beoogde vele jaren te blijven bestaan en die al veel kenmerken had van een moderne naamloze vennootschap.
De handel in VOC aandelen nam een grote vlucht. Met de eerste emissie haalde de VOC 6,5 miljoen gulden binnen en de onderneming groeide daarna uit tot de eerste multinational ter wereld. In 1606 waren de stukken al 200% in waarde gestegen; in 1610 keerde het bedrijf voor het eerst dividend uit. Al vrij snel na de eerste ‘beursgang’ was er sprake van een levendige handel en ontwikkelde Amsterdam zich tot bakermat van de mondiale aandelenhandel.
De uitgifte van verhandelbare aandelen betekende voor de 17e eeuwers een revolutionaire ontwikkeling. Beleggers konden hun stukken verkopen en kregen dan hun geld terug, terwijl het bedrag van deelname toch in de onderneming bleef. De VOC slaagde er letterlijk in van 1 gulden 2 guldens te maken. Het is geen wonder dat andere ondernemingen in binnen- en buitenland al spoedig het voorbeeld volgden. Ook overheden ontdekten de voordelen van de openbare kapitaalmarkt. De VOC bleef bijna 200 jaar bestaan. In 1799 werd ze feitelijk opgeheven. De wereldwijde populariteit van beursgangen sindsdien, maakt dat de VOC in zekere zin nog altijd springlevend is!