
De Beurs van Hendrick de Keyser op een schilderij J.A. Berckheyde (1630-1693). Hier speelde de beurshandel zich af ten tijde van de oprichting van het Collegie tot Nut des Obligatiehandels.

Rond 1800 ontstonden de eerste effectenhuizen. Om in het effectenbedrijf werkzaam te zijn was het een vereiste - ook toen al - om snel te kunnen rekenen, zoals blijkt uit deze personeelsadvertentie uit 1812.

Beëdigde makelaars waren bij het doen van transacties op de beurs verplicht om hun makelaarsstokje te tonen. Hier een exemplaar uit 1795. De komst van veel ‘beunhazen’ op de beurs was in 1789 reden voor effectenmakelaars om zich te verenigen in het Collegie.

In 1839 bestond het College - inmiddels Societeit genoemd - 50 jaar. Deze feestzang maak duidelijk dat de Franse tijd (1795-1813) een moeilijke fase was voor de effectenhandel, maar dat het geloof in Koning Willem I en zijn streven om de Nederlandse economie er weer bovenop te helpen groot was.
Collegie tot Nut des Obligatiehandels
De eerste beursorganisatie in Amsterdam
Het eind van de achttiende eeuw was een roerige tijd. De Vierde Engelse Oorlog, de Franse Revolutie en – in Nederland – spanningen tussen patriotten en prinsgezinden, zorgden voor een onzeker investeringsklimaat. De eens zo machtige Verenigde Oost-Indische Compagnie verkeerde in zijn nadagen en hetzelfde gold voor de West-Indische Compagnie. Handelaren in aandelen zagen steeds minder mogelijkheden. Voor een aantal van hen was de obligatiehandel een dankbaar alternatief. Aanvankelijk waren obligaties een rustige en gedegen belegging, maar door economische en politieke onrust werd dat al gauw anders. Solide obligatiehandelaren zagen zich steeds meer omringd door speculanten van allerhande slag en de vrees voor een ontsporende handel was groot.
Om zich te wapenen tegen misbruik werd in november 1789 het Collegie tot Nut des Obligatiehandels opgericht: de eerste beursorganisatie in Amsterdam. Tot de belangrijkste taken van de nieuwe organisatie behoorde het controleren van noteringen en het verstrekken van betrouwbare koersgegevens. Voor dit laatste zocht het Collegie contact met drukker en uitgever Nicolaas Cotray om twee maal per week een prijscourant uit te geven. Dit gaf enige verbetering, maar volgens sommigen waren de noteringen in de prijscourant niet exact genoeg. Ze richtten in 1833 de Nieuwe Handel-Sociëteit op en publiceerden hun meer nauwkeurige koersen in het Handelsblad. Ruim twintig jaar zouden beide organisaties naast elkaar bestaan, alvorens het kwam tot samenwerking en uiteindelijk fusie.