
De Beurs van Hendrick de Keyser was over het water van het Rokin gebouwd. Na de verijdelde aanslag in 1622 werd de onderdoorgang afgesloten voor boten.

Trommelen op Beurs van Hendrick de Keyser, begin 19e eeuw.

Uitnodiging van het gemeentebestuur aan de Amsterdamse jeugd om te komen trommelen op de Beurs van Zocher.
Beurstrommelen
Het is het jaar 1622. De Tachtigjarige Oorlog tegen Spanje is net hervat. De Spaanse veldheer Spinola heeft het plan opgevat de opstandige gewesten na het Twaalfjarig Bestand een beslissende slag toe te brengen door de Amsterdamse handel plat te leggen. En wat ligt er meer voor de hand dan het opblazen van het middelpunt van de handel: de Beurs van Hendrick de Keyser?
Het beursgebouw staat op bogen over het water van het Rokin. Zonder dat iemand het ziet, lukt het de Spanjaarden een schip vol buskruit onder het gebouw af te meren. Volgens de beurslegende ontdekt een spelende Amsterdamse weesjongen de boot en slaat onmiddellijk alarm. Zo redt hij de hoofdstad van een ramp. Van het stadsbestuur mag de jongen een wens doen. Daar hoeft hij niet lang over na te denken: trommelen in het beursgebouw, want daar galmt het zo lekker!
Trommelen op de beurs wordt een traditie. Eerst in de Beurs van Hendrick de Keyser en later in de Beurs van Zocher. Elk jaar in de kermisweek in september stroomt de beursvloer vol met jonge enthousiaste trommelaars. Enkele korte onderbrekingen daargelaten is het trommelen op de beurs tot de ingebruikname van de Beurs van Berlage in 1903 een jaarlijks terugkerend gebruik. Na een stilte van een halve eeuw mogen de kinderen daar vanaf de jaren vijftig ook weer hun lawaaiige gang gaan. Eind vorige eeuw raakt het beurstrommelen in de gemeentelijke Koopmansbeurs geleidelijk in onbruik. In 2008 wordt de traditie weer in ere hersteld: nu op Beursplein 5.