
Tussen 1736 en 1940 speelde de Rotterdamse handel in goederen en effecten zich af in dit door architect Adriaen van der Werff ontworpen beursgebouw aan het Westnieuwland. Tot een eigen vloer of gebouw voor de effectenhandelaren is het in Rotterdam nooit gekomen.

Op de Rotterdamse effectenbeurs waren vooral veel obligaties van lokale fondsen genoteerd, zoals Rotterdamse Lloyd, de provincie Zuid-Holland en Stadion Feijenoord, beter bekend als De Kuip.

In 1936 werd begonnen met de bouw van een nieuw beursgebouw aan de Coolsingel. Nadat de oude Beurs van Van der Werff tijdens het bombardement van Rotterdam was verwoest, werd het nieuwe beursgebouw in mei 1940 vervroegd in gebruik genomen.
Beurs Rotterdam
Ruim tien jaar voor de komst van de Beurs van Hendrick de Keyser in Amsterdam – om precies te zijn in 1598 – had Rotterdam aan het Haringvliet al een beursgebouw. Ruimtegebrek maakte dat de handel zich in 1635 verplaatste naar de Noordblaak. Vanaf 1736 speelde de handel zich in een door architect Adriaen van der Werff ontworpen beursgebouw aan het Westnieuwland af, om tenslotte in 1940 terecht te komen op de huidige plek van het Beurs World Trade Centre aan de Coolsingel.
In de opvolgende beursgebouwen vond vooral goederenhandel plaats. Van effectenhandel was sinds de 17e eeuw ook al sprake, maar het duurde tot 1898 voordat die goed georganiseerd was. Dat had alles te maken met de oprichting van de Vereeniging van Effectenhandelaren te Rotterdam. Deze vereniging werd vanaf dat jaar als enige verantwoordelijk voor de organisatie van de Rotterdamse effectenbeurs. Hoewel de Rotterdamse effectenhandel nooit een eigen gebouw heeft gehad, was er wel sprake van een zelfstandige koersvorming en eigen regels. Het bij een notering te plaatsen kapitaal was in Rotterdam vijf keer lager dan dat in Amsterdam. In 1958 waren er ongeveer 800 fondsen genoteerd, waaronder Stadion Feyenoord, Koninklijke Rotterdamse Lloyd en de provincie Zuid-Holland. De beurs in Rotterdam kende veel lokale fondsen en bleef altijd opereren in de schaduw van de Amsterdamse beurs.
In 1972 wijzigde de Vereniging voor de Effectenhandel in Amsterdam haar statuten. Voortaan zou ze optreden als landelijke organisatie. Ook niet-Amsterdamse leden konden lid worden en toegang krijgen tot de Amsterdamse effectenbeurs. Hierdoor concentreerde de effectenhandel zich in Amsterdam. De effectenbeurzen van Rotterdam en Den Haag werden in 1974 opgeheven.