De Vereniging voor de Effectenhandel
De Vereniging voor de Effectenhandel (VvdE) was 120 jaar bepalend voor de effectenhandel in Nederland. Op 17 mei 1876 ging de vereniging van start als resultaat van het samengaan van het Algemeen Beurs-Comité en de Effecten-Sociëteit. Eerst was de VvdE alleen verantwoordelijk voor het organiseren en onderhouden van de effectenbeurs in Amsterdam, verreweg de belangrijkste van ons land. In 1972 gaf een statutenwijziging de vereniging landelijke werking. Nu konden ook handelaren van buiten Amsterdam zich aansluiten. Velen deden dit en zo kwam in 1974 een eind aan de effectenbeurzen van Rotterdam en Den Haag.
Meteen na de oprichting had een eigen beursgebouw voor de effectenhandel de grootste prioriteit. Toen in 1867 was besloten de Beurs van Zocher te vervangen, volgde een vele jaren durend debat over de eisen waaraan de nieuwe beurs moest voldoen. De afgescheiden effectenvloer in de Beurs van Berlage die in 1903 gereed kwam, voldeed uiteindelijk toch niet. De VvdE begon – tegen de zin van het gemeentebestuur – met de voorbereiding voor een eigen beursgebouw, dat in 1913 gereed kwam: Beursplein 5.
In de jaren zeventig van de twintigste eeuw nam de VvdE het voortouw bij de oprichting van een optiebeurs in Amsterdam. Deze kwam er in 1978. De European Options Exchange werd een zelfstandige vereniging. Samen met de optiebeurs was zij in 1989 ook betrokken bij de oprichting van de Stichting Toezicht Effectenverkeer. In 1996 bereikten de Optiebeurs en de Amsterdamse Effectenbeurs een akkoord over een fusie. De verenigingsstructuur van beide beurzen kon hierdoor niet langer worden gehandhaafd. Het werden vennootschappen en de beurzen kwamen op 1 januari 1997 in een gezamenlijke holding: Amsterdam Exchanges.