Een SPACtaculair beursjaar
Een ‘droomjaar’ is het genoemd, het beursjaar 2021. Niet alleen de Brexit was goed voor Amsterdam. Ook het aantal beursgangen bereikte een grote hoogte. Maar liefst vijfentwintig nieuwe fondsen maakten hun debuut op Beursplein 5. Samen haalden ze bijna € 80 miljard op. Een record, want nooit eerder werd er in één jaar zoveel geld opgehaald met beursintroducties. Niet voor niets verbrak de AEX-index record op record en bereikte het in november de (voorlopig) hoogste stand ooit: 827,57 punten. Alle reden om ‘dromerig’ van te worden, zeker in een jaar dat de economie vanwege de pandemie juist met grote problemen te kampen had. En dan te bedenken dat de Amsterdamse beurs wereldwijd juist nog één van de uitblinkers was.
Kijkend naar Amsterdam valt naast het sterke internationale karakter van de nieuwkomers vooral de opkomst van SPACS op. Naast negen ‘gewone’ bedrijven verwelkomde Beursplein 5 in 2021 een recordaantal van zestien van deze Special Purpose Acquisition Companies. Vrij vertaald gaat het daarbij om ‘beursgenoteerde zakken met geld’, op zoek naar een niet- beursgenoteerd bedrijf om (circa binnen anderhalf tot twee jaar) mee te fuseren, waarna het overgenomen bedrijf de beursnotering overneemt. Een fenomeen dat is komen overwaaien uit de VS, en waarvan Amsterdam in het afgelopen beursjaar is uitgegroeid tot het Europese centrum.
De komst van SPAC’s wordt door sommigen gezien als de oplossing voor het probleem van (kleinere) bedrijven om naar de beurs te gaan. Op die manier kan het over te nemen bedrijf de hoge kosten en de administratieve en juridische rompslomp van een beursgang omzeilen en overlaten aan de SPAC. En ook is men verlost van de wispelturigheid van de markt, zoals CM.com bewees, na een eerder mislukte eigen beursgang, door begin 2020 via een SPAC-fusie alsnog de weg naar Beursplein 5 te vinden.
Maar er zijn er ook die de Amsterdamse SPAC-rage kritischer bezien. Zo biedt ABN AMRO ze vanwege het vermeende risico bewust niet aan particuliere beleggers aan. In het verlengde daarvan wijzen anderen op het gevaar dat het uiteindelijke beursfonds de toelatingsregels in feite omzeilt omdat het nooit (volledig) zelf een prospectus hoeft te overleggen. Anderen wijzen er op dat het voor de initiatiefnemers veel lucratiever is dan voor de beleggers. Weer anderen verwijzen naar het jaar 2007, toen drie eerdere SPAC’s nooit tot een bedrijfsovername kwamen en het vlak voor de kredietcrisis uitliep op een sof.
Wat hiervan ook waar is, duidelijk is dat de komst van SPAC’s wijst op een manco in het proces van beursgangen voor (kleinere) bedrijven. Door de toename van de regelgeving en de hoge kosten is de ‘drempel’ naar de beurs te hoog geworden. Gevolg is dat de wal hier het schip keert en ze een ‘kattenluikje’ gebruiken om de beurs binnen te komen. Daarbij de gebruikelijke ‘veiligheidskleppen’ handig omzeilend. Eerder grepen de (beurs)autoriteiten in bij de reverse listings, een min of meer vergelijkbare manier om de beurs via een korte route te bereiken.