Beursgang Ferrovial
Het Spaanse bouwbedrijf Ferrovial krijgt vandaag een notering op de Amsterdamse beurs. De introductie vindt in betrekkelijke stilte plaats. Mogelijk is dat ingegeven door de ophef die er eerder in Spanje is geweest rondom de verhuizing naar en beursnotering in Amsterdam. Zelfs de Spaanse premier sprak er schande van. Het zou volgens hem en andere kabinetsleden om een ordinaire fiscale vlucht naar ‘belastingparadijs’ Nederland gaan, waarbij Ferrovial het om een belastingvoordeel van € 40 miljoen per jaar te doen zou zijn. Een verwijt dat in 2022 ook het Italiaanse Exor ten deel viel.
Ferrovial, dat zijn geld onder andere verdient met grote infrastructurele projecten en het uitbaten van tolwegen, ontkent dit met klem. De keuze voor Amsterdam heeft volgens de bedrijfsleiding een heel andere reden. Vanuit het sterk internationaal georiënteerde Amsterdam zou het namelijk veel gemakkelijker zijn een dubbele beursnotering met Wall Street te realiseren. Een belangrijke achterliggende wens aangezien Ferrovial haar geld vooral in de Verenigde Staten verdient. En ze geeft aan dat dit zeker niet betekent dat ze afscheid neemt van moederland Spanje, waar ze in 1952 als spoorwegbedrijf is begonnen.
Hoe het ook zij, Amsterdam is weer een groot beursfonds rijker. Met een beurswaarde van € 21 miljard is ze vele malen groter dan Nederlandse bouwbedrijven op de beurs. Ter vergelijking: Koninklijke BAM Groep, het grootste Nederlandse bouwbedrijf op Beursplein 5, heeft een beurswaarde van zo’n € 550 miljoen. Ferrovial is een echte multinational, met activiteiten in meer dan twintig landen en vierentwintigduizend werknemers over de hele wereld. En ze zal ook werkzaam zijn in Nederland. Op dit moment is ze bijvoorbeeld in de race voor de bouw van de nieuwe kernreactor in Petten.
